Ik zei niets
- geplaatst door Anne Spies in
- Algemeen
- 22-04-2018
Twee jaar duurde het en ik zweeg.
Tegen hem, tegen mijn klasgenootjes, tegen mijn ouders.
Ik was negen en droeg een tuinbroek. Daarin had hij niets te zoeken. Ik gruwelde van zijn zachte handen, weke lippen en zijn grijze baard. Deze leerkracht – nota bene het hoofd van mijn lagere school – bracht mij (alleen mij) thuis. Kuste me op de stoep van mijn eigen huis.
Waarom zei ik niets? Vanwege het harmoniemodel? Mijn ouders waren bevriend met hem; de klassieke reden om niks te zeggen.
#Metoo-verhalen raken me
Het snelle oordelen van buitenstaanders irriteert me. Laat mensen vertellen, hoe groot of klein het verhaal ook is. Erkenning is essentieel, steun voelen belangrijk. Daarom durf ik het nu op te schrijven: ik voel me gesteund door vrouwen en mannen die ermee naar buiten komen.
Toen ik moeder werd, wilde ik alsnog aangifte doen. Ik wilde me laten horen en vooral mijn kinderen beschermen. Te laat: het was verjaard. Ik mocht mijn verhaal vertellen voor een klachtencommissie in een muf zaaltje in Utrecht. Het was een aanfluiting.
Inmiddels zijn mijn kinderen groot en niet op hun mondje gevallen. Ik heb ze mijn verhaal verteld, als waarschuwing. Zij stelden mij gerust: ‘Zulke dingen gebeuren nu niet meer, hoor mam.’ Ze verzekerden me dat zij zeker hun mond open zouden trekken. De pianoleraar, de tennisleraar en de gymleraar zouden zij ferm van zich af slaan.
Veertig jaar later
Mijn oud-klasgenootjes en ik komen erachter dat er nog veel meer kinderen ‘extra aandacht’ hebben gekregen van onze directeur. Niemand zei wat. We verenigen ons en we doen ons verhaal aan het huidige bestuur. Mijn vader wordt mijn spreekbuis. De onderwijzer laveert tussen ontkennen, toegeven en flauwvallen. En weer wordt het stil.
Deze ervaringen hebben me alert gemaakt op het belang van grenzen stellen en me daarover uitspreken. Nog steeds ben ik ermee bezig. Ik oefen. Zeg iets. Ik pas me aan, beweeg mee, draai weg… typisch Indisch. Ik improviseer. Sta stil en wacht, net als in de tango.
Maakte ik van mijn grootste leerpunt mijn werk?
Van zeggen wat er is? Ik coach mensen op hun presentaties. Moedig ze aan zich uit te spreken. Ik vraag door, luister en zoek mee naar een eigen spreekstijl. Ik leer dat er verschil is tussen grenzen aangeven, nee zeggen en een presentatie (durven) geven op een podium. Op een podium spreek ik graag, ik voel me er rustig. Dan lijk ik een hele piet op het gebied van presenteren. Maar me uitspreken…
Thuis met de kinderen, in de liefde, bij mijn vrienden laat ik me overdonderen. Op straat en in winkels laat ik me inpakken. Ik zeg ‘Ja, leuk’, en bedoel ‘Nee, geen zin’. Ik ben alert, maar niet assertief. Ik heb tijd nodig. Ik reageer secundair, soms misschien pas na drie dagen.
Is dat erg?
Lang heb ik me schuldig gevoeld: ik had gezwegen en was niet voor mezelf opgekomen. Dom! Maar ik was een kind.
Je uitspreken is goed. Gehoord worden ook. Samen zijn ze helend.